In plaats van zalm kun je ook andere soorten gare vis, schaal- en schelpdieren voor deze souflé gebruiken. De ooit ontstaan uit de verwerking van restjes en past wat dat betreft dan ook goed in de budgetkeuken. Met maar een paar eenvoudige gerechten en een restje vlees of groenten maak je namelijk de lekkerste soufflés
-
1 mootje koude gepocheerde zalm, of 1 blikje rode zalm (240 gram)
- 25 gram boter
- 25 gram bloem
- 1 1/2 dl. melk
- zout en peper
- 4 eetlepels (koffie)room
- 3 eieren, gesplitst
Maak de vis schoon, verwijder graten, vellen en grijs gekleurd visvlees. Verdeel de zalm met een kleine vork in hele kleine stukjes, maar prak het niet fijn. Smelt de boter in een pannetje op middelhoog vuur en roer dan de bloem erdoor. Voeg er dan beetje bij beetje de melk aan toe, zodat al roerend een dikke saus ontstaat. Laat de (bechamel)saus 3 tot 4 minuten zachtjes pruttelen op heel laag vuur. Haal dan je pan van het vuur en schep de zalm door de saus. Voeg naar smaak wat saus en peper toe. Roer de eierdooiers en de room goed los en klop de eiwitten met een snufje zout stijf op. Roer het eierdooiermengsel door de saus en spatel de eiwitten er zo luchtig mogelijk door. Schep het mengsel in kleine soufflépotjes en bak de soufflés in een op 175 graden voorverwarmde oven gaar. Serveer direct met licht geroosterd brood.