Gewoon lekker en vertrouwd, de nasi met kipsaté. Natuurlijk kunnen liefhebbers ook kiezen voor varkensvlees, maar kies in ieder geval voor kwaliteit. Wanneer ik elders wel eens nasi met saté eet kauw ik vaak op taai en droog vlees. Zorg voor kwaliteit en lekker mals vlees in een mooie milde saus. Helemaal vers, en vooral voor herhaling vatbaar.
- 300 gram zilvervliesrijst
- 500 gram kipfilet, in grove blokjes
- 5 eetlepels ketjap asin (let op, zoute variant)
- 2 eetlepels olie
- 125 gram taugé
- 1 zakje nasikruiden naar keuze
- 8 satéstokjes
- satésaus
Kook de rijst in 8 minuten gaar, giet af en laat 15 minuten staan met deksel op de pan. Meng ketjap en olie en breng op smaak met wat peper. Doe de kip er in en laat een uurtje marineren in de koelkast.
Leg de satéstokjes een uur in koud water. Rijg er daarna de kipblokjes aan.
Verhit een grillpan en gril de kip in 10 minuten gaar. Dit lukt ook onder de ovengrill, maar hou voldoende afstand om droog worden te voorkomen. Keer regelmatig, zowel in de pan als in de oven.
Wel de nasikruiden zoals je gewend bent of zoals op de verpakking staat aangegeven. Meng de kruiden met de rijst. Schep de taugé erdoor en verdeel over 4 borden. Leg de kipsaté erbij en schenk er de satésaus over.