Gevlochten worstenbrood; hartig en feestelijk – Varkensvlees heeft vaak niet mijn voorkeur, maar in dit recept verkies ik het boven rund en lam. De zachte smeuïgheid van het vlees in combinatie met de pit van de mosterd, het kruidige, anijzige van de venkelzaadjes en de warme knapperigheid van het bladerdeeg maken dit tot een eenvoudige, spectaculaire combinatie. En, omdat het oog ook wat wil, heb ik het deeg niet gewoon opgerold, maar ‘gevlochten’. Dat ziet er ingewikkelder uit dan het is en het resultaat kan altijd op bewondering rekenen.
Venkel en varkensvlees: ideale combinatie
De combinatie van smaken die ik gebruik heb ik afgekeken van de Italianen. De uitvinders van de venkelsalami! De eerste keer dat een vriendin me die liet proeven was ik verkocht! Maar helaas is deze delicatesse in Nederland niet overal voorhanden en hebben we wel een rijke traditie als het om worstjes gaat. Eén plus één is twee, dus dan maken we zelf wel iets lekkers.
Gevlochten worstenbrood; hartig en feestelijk
Lunchgerecht of borrelhap voor 4 personen
- 1 rol vers bladerdeeg (of +/- 5 ontdooide plakjes uit de diepvries aan elkaar geplakt)
- 5 (dunne) varkensworstjes van goede kwaliteit
- 2 el mosterd
- 2 tl venkelzaad
- 1 ei (losgeklopt)
Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius.
Rol het deeg uit op een stuk bakpapier. Snijd de plak bladerdeeg in de lengte doormidden. Bestrijk de twee helften ieder met een eetlepel mosterd en sprenkel in het midden de venkelzaadjes er op.
Haal de worstjes uit hun velletjes en leg er steeds tweeënhalf achter elkaar in de lengte van het bladerdeeg. Snijd naast de worstjes het deeg diagonaal in (zie foto). Vouw de uiteinden naar binnen. Pak nu steeds om en om een strookje deeg en vouw het over de worst (zie foto).
Als beide vlechten klaar zijn bestrijk je ze met het losgeklopte ei en schuif je ze in de oven.
Na een half uur is je gevlochten worstenbrood goudbruin en klaar. Meteen serveren en achterover leunen om de complimenten in ontvangst te nemen!