Heerlijk luchtig in de zomer zijn de wafels van onze zuiderburen. Brusselse wafels lenen zich namelijk ook prima om te serveren met al het verse zomerfruit dat nu beschikbaar is. Neem aardbeien, kersen, pruimen, een bolletje ijs, je kunt het zo gek niet bedenken of je zet met deze wafels iets lekkers op tafel. Bij de koffie of als dessert. Het enige wat je wel nodig hebt is een wafelijzer.
- 1 vanillestokje
- 2½ dl. melk
- 100 gram boter
- 250 gram bloem
- 15 gram verse gist
- 2 eieren, gesplitst
- 1 eetlepel suiker
- zout
- geleisuiker
- poedersuiker
Breng de melk met de boter aan de kook en laat de boter smelten. Roer van het vuur af beetje voor beetje de bloem erdoor tot het een gladde massa is. Snij het vanillestokje open en doe het erbij. Laat het 5 minuten heel zachtjes koken. Haal dan het vanillestokje eruit, schraap het merg eruit en vermeng dat met het beslag. Laat het beslag afkoelen.
Splits intussen de eieren. Roer de eidooiers los en klop de eiwitten stijf met de suiker. Los de gist goed op in 125 ml. lauwwarm water. Voeg de opgeloste gist en de eidooiers toe aan het afgekoelde beslag met wat zout en roer goed door. Spatel de stijf geklopte eiwitten voorzichtig door het beslag. Laat het beslag afgedekt met een vochtige theedoek een uurtje rijzen op een warme, tochtvrije plaats tot het volume is verdubbeld.
Vet het wafelijzer in en vul hem voor maximaal driekwart met beslag en bestrooi dit met wat geleisuiker. Bak de wafels in ca. 6 minuten bruin en gaar. Bestrooi de wafels met poedersuiker. Serveer ze zo, met verse aardbeien of met warme kersen en slagroom.
Behalve bij de koffie ook lekker als nagerecht.