Vandaag staat de Spaanse keuken centraal, een prachtige zeer gevarieerde keuken!
Het allerbelangrijkste van de Spaanse keuken is dat hij ‘la mesa buena’ (een rijk gevulde tafel) is. Eten of een diner organiseren is in Spanje een sociale gebeurtenis waar de Spanjaarden veel tijd aan besteden.
De Spaanse keuken kent een gevarieerde hoeveelheid van verse producten (diepvries en voorverpakte groenten en fruit worden niet veel verkocht in Spanje). De gerechten worden veelal op smaak gemaakt met uien, knoflook, saffraan, koriander, peterselie en pepers. Ook worden er veel gegrilde en ontvelde paprika’s gebruikt.
De Spaanse keuken is van alle markten thuis en varieert er flink op los:
Vlees: rund, lam, varken, geit, kip, eend en konijn
Vis: tonijn, kabeljauw, zeeduivel, inktvis, octopus, heek, baars en sardines
Diversen: verschillende soorten kazen, noten, paddenstoelen, asperges, kappertjes, azijn en natuurlijk de overbekende olijven
Wijnen: bij elke warme maaltijd wordt wijn gedronken. Spanje kent veel bekende wijn streken die een voortreffelijke wijn afleveren. Een paar van die bekende streken zijn: Rías Baixas, El Ribeiro, De Duero, Cigales, Tori, Rioja en Cava.
Beroemdheden uit de Spaanse keuken:
Spanje heeft een paar zeer beroemde producten die international bekendheid genieten denk daarbij aan jamón serrano en chorizo.
Spaanse gerechten die international bekend zijn, zijn o.a. paella, Spaanse tortilla en gazpacho.
Eetgewoonten
Het eetpatroon van de Spanjaarden wijkt af van die van de Nederlanders. Kennen wij 2 broodmaaltijden op een dag, de Spanjaarden kennen 2 warme maaltijden op een dag.
Ontbijt
Bijzonder is dat de Spanjaarden 2x ontbijten.
Ze beginnen met een klein ontbijt: dit ontbijt wordt thuis genuttigd met een café con leche (koffie met melk) en een stuk brood of een paar madalanas (cakejes). Het gebeurt ook dat men op weg naar het werk in een bar met een café en een croissant ontbijt.
Tweede ontbijt vindt plaats rond een uur of 11. Er wordt dan een tortilla, een omelet of een stokbroodje met beleg gegeten.
Lunch
De lunch vindt voor onze begrippen pas laat plaats, tussen 14.00 en 16.00 uur. De lunch is de belangrijkste maaltijd van de dag. Uitgebreider dan de avondmaaltijd en bestaat meestal uit een voorgerecht, een hoofdgerecht en een nagerecht.
Tussendoortje
Rond een uur of vijf eten de Spanjaarden nog een klein tussendoortje. Meestal een koekje, fruit, een croissant of een kleine tapas.
Diner
Het diner vindt pas laat op de avond plaats. Vaak pas rond 21.00 uur. Ook dit is weer een warme maaltijd die met vlees of vis gegeten wordt.
Een heerlijk nagerecht uit Noord Spanje: Casadielles (walnootflapjes)
Ingrediënten:
- 4 plakjes diepvries roombladerdeeg
- 300 gr gepelde walnoten
- 150 gr suiker
- 2 el honing
- sap van 1 citroen
- 1 tl anijszaad
- 50 ml anisette (anijslikeur)
- 1 eidooier
Verwarm de oven voor op 200 ° C. Laat de plakjes roombladerdeeg ontdooien. Maal in een keukenmachine de walnoten fijn en voeg de suiker, honing, citroensap, anijszaad en anijslikeur toe. Snijd de plakjes roombladerdeeg doormidden, zodat er in totaal 8 rechthoekige lapjes ontstaan. Leg op de ene helft van elk deeglapje een klein bergje walnotenvulling en vouw de andere helft erover terug. Druk de zijkanten van de flapjes met een vork en een beetje water goed dicht.
Bestrijk de flapjes met de losgeklopte eidooier en leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat. Bak de flapjes in de oven in ongeveer 20 minuten bruin.
Je kan ze koud of warm serveren. Ze zijn ook heerlijk in combinatie met een bolletje roomijs.
Eet smakelijk!
Ben na zes jaar, in verschillende streken in Spanje wonend, nog maar 1 keer verrast. Een vrouw die in en klein kroegje onwaarschijnlijk smaakvolle taarten maakte. Voor het overige bakt de gemiddelde Spaanse kok er weinig van. Die overheerlijke tapas en pixtos, nooit gezien. Daarvoor moet ik waarschijnlijk naar Madrid of een andere grote stad. Krijg steeds meer het idee dat de Spanjaard lijdt aan ernstige culinaire zelfoverschatting.