Kefir betekent letterlijk ‘goed gevoel’ en vindt zijn oorsprong in het Turkse Keif. De kefircultuur is eeuwen oud en afkomstig uit de noordelijke Kaukasus. Kefir werd door de moslimbevolking beschouwd als een geschenk van Allah. Eeuwenlang werd de cultuur van generatie op generatie doorgegeven. Ze vormde een traditioneel onderdeel van elke lokale bevolkingsstam en rond het gebruik van kefir hing een zekere geheimzinnigheid. Lang bleef de kefircultuur verborgen voor het westen maar in 1908 bracht Irina Sakharova, een werkneemster uit een kaasfabriek in het noordelijke Kaukasus gebergte,de eerste kefirkorrels naar Moskou, waar ze een groot medisch succes werden.
Er bestaan twee verschillende soorten kefir:
Melkkefir: dit is een frisse, licht zure melk drank die bij het drinken een lichte tinteling op de tong geeft. Dit komt door de koolzuur dat in de melk aanwezig is. Ook bevat melkkefir tussen de 0,1 en 0,2 procent alcohol en ruim 40 aromatische componenten, wat zijn unieke smaak verklaart. Melkkefir wordt gemaakt met melkkefirkorrels, ook wel kefirbloemetjes of yoghurtbloemetjes genoemd.
Waterkefir: is een sprankelende fris zure waterdrank, tevens met koolzuur en een licht alcoholgehalte. Dat alcoholgehalte wordt sterk beïnvloed door de duur van de gisting en de aanwezige stoffen die aan het water zijn toegevoegd. Bij een traditionele bereiding worden naast citroen gedroogde vruchten en suiker toegevoegd.
Aan kefir worden geneeskundige krachten toegeschreven! Maar daarover volgende week meer!