Chocolade en de kerstboom. Twee items, die niets te maken hebben met de geboorte van Christus. Toch zijn ze beide niet meer weg te denken bij het vieren van kerst. Dit deed bij mij als gepassioneerd chocoladeschrijver de vraag rijzen, hoe het nu toch komt, dat chocolade en kerst zo onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Helaas ben ik met een antwoord nog niet verder gekomen, dan dat chocolade natuurlijk lekker is, een goed gevoel geeft, zeker als warme drank in koude dagen, en dat chocolade door de eeuwen heen altijd een geliefd cadeau is geweest. Jammer!
Wel is er veel bekend over de rol van chocolade binnen verschillende religies en bij andere rituelen. Dit levert niet alleen bijzondere verhalen op, maar laat ook zien hoe chocolade zich door de eeuwen heen onlosmakelijk met geloof en maatschappij heeft verbonden.
Religie als verspreider van chocolade
Dat chocolade en geloof iets met elkaar van doen hebben, ligt misschien niet het meest voor de hand. Toch was het feitelijk de geestelijkheid, die gezorgd heeft voor de verspreiding van chocolade over Europa. Het waren de priesters, missionarissen en kloosterlingen die de nieuwe recepten voor de bruine chocoladedrank meenamen naar Europa en ze verfijnden en aanpasten. Zij waren het ook die, vanuit hun wens om de katholieke kerk in Europa krachtiger te maken, religieuze oorlogen begonnen. Oorlogen die dan weer vredig moesten worden beëindigd met een huwelijk tussen de vooraanstaande families van beide partijen. En bij een dergelijk huwelijk werden natuurlijk gebruiken, zoals de consumptie van chocolade meegenomen naar het nieuwe vaderland. Het is dan ook niet voor niets dat chocolade al zo vroeg in Nederland bekend was. Wij hoorden immers tot de Spaanse kroon. Nota bene de ontdekkers van cacao en chocolade in de nieuwe wereld.
Maar ook al voordat wij in Europa kennismaakten met het godenspijs uit de tropen, vervulde cacao en chocolade een belangrijke rol binnen de religie en de rituelen van de Maya’s en de Azteken. En in Europa werd chocolade niet door iedereen binnen de kerk met open armen ontvangen. Misschien was het wel gevaarlijk of bezat het geheimzinnige krachten?
Rituele chocolade
Dat chocolade een belangrijke plaats innam in de Azteekse samenleving is u waarschijnlijk al wel duidelijk. Het was een bron van wijsheid, spiritualiteit en gaf extra krachten. Maar het was zeker niet voor iedereen beschikbaar of toegestaan om te drinken. Zo mochten strijders het goddelijke bruine goedje alleen tot zich nemen in tijden van oorlog en ook voor priesters was het niet toegestaan om chocolade te drinken. Zij werden geacht een leven van soberheid en boetedoening te leiden en daarin was natuurlijk geen plaats voor oppeppende middelen, als chocolade. Toch zijn er ook vele beschrijvingen van religieuze rituelen, waarbij cacao of de chocoladedrank een belangrijke rol speelt. Zo hadden de Maya’s verschillende rituelen voor het planten van cacao en het stimuleren van goede groei. Ook werd chocolade gebruikt als pijnstiller of bedwelmend middel om aan slachtoffers van rituele offers te voeren. Opvallend bij deze en andere latere Azteekse rituelen is de relatie die werd gelegd tussen cacao en de bloed. Aan sommige cacaodranken werd zelfs echt bloed toegevoegd. Een ingrediënt, dat we tegenwoordig niet meer in recepten voor chocolade tegenkomen en waar gelukkig goede vervangers voor zijn, die eenzelfde kleureffect geven. Ook voor rituele offers hebben we chocolade niet meer nodig en de associatie met bloed zijn we in Europa gelukkig kwijt geraakt. Anders was chocolade vast niet zo populair geworden, als het nu is.
Godenspijs, of toch niet..?
Populair, dat was de chocoladedrank, die de Spanjaarden bij de Azteken hadden gevonden inderdaad. In rijke kringen werd het uitgebreid gedronken en er zijn zelfs verhalen over kardinalen, die weigerden op reis te gaan zonder hun eigen persoonlijke chocolademaker. Toch deed het gebruik van chocolade binnen de katholieke kerk ook een hoop stof opwaaien en was niet iedereen blij met de komst van dit toen nieuwerwetse product. Vooral de oppeppende werking van chocolade werd met argusogen bekeken en soms als duivels bestempeld. Niets voor de vrome gelovige of geestelijke dus, en zeker niet tijdens de vasten. Er werd hevig over gediscussieerd en het draaide uiteindelijk allemaal om de vraag of chocolade (toen nog alleen in de vorm van een drank beschikbaar) een drank was of als voedingsmiddel moest worden gezien. Als het met goed fatsoen als drank bestempeld kon worden, zou het drinken ervan de vasten niet doorbreken, maar als het vanwege de hoge voedingswaarde als voedsel zou worden bestempeld, moest het toch echt verboden worden tijdens de vasten. Gelukkig voor de chocoladeliefhebbers werd uiteindelijk besloten dat chocolade een drank was en het ook tijdens de vasten mocht worden gedronken.
Chocolade mocht dan uiteindelijk ook door de kerk worden omarmd, eerder had het diezelfde kerk heel wat onrust en problemen bezorgd. Zo zeiden de vrouwen uit de Spaanse gemeenschap in Mexico niet in staat te zijn de mis bij te wonen, zonder dat hun bedienden hen tijdens de mis van een bekertje chocolade kwamen voorzien. Voor de priester natuurlijk een onwelkome verstoring, die al snel daarop door de bisschop werd verboden. Maar of dít nu de beste zet was? Niet lang daarna stierf de bisschop onder verdachte omstandigheden. Waarschijnlijk vergiftigd met een beker chocolade.
Vandaag de dag zijn we vrij om chocolade te eten wanneer we maar willen, maar om u, net als deze vrouwen, uw eigen bekertje chocolade te laten brengen tijdens de kerstdienst of mis, lijkt me niet zo’n goed idee en zal u zeker op verbaasde blikken van uw mede-kerkgangers komen te staan. Toch wens ik u toe dat u deze kerst op vele andere momenten kunt genieten van dit ‘Godenspijs uit de tropen’.
Fijne feestdagen!